Sarah Walker, Nelleke Beltjens, Thomas Kemper
van 20 februari 2022 t/m 17 april 2022,
elke vrijdag en zondag open van 13-17 uur, alle andere dagen op afspraak
Galerie JoLi, Holsberg 81A, Urmond (NL), www.galeriejoli.nl
Zelfs een oppervlakkige blik op het werk van Sarah Walker, Nelleke Beltjens en Thomas Kemper onthult duidelijke verschillen tussen hen in termen van techniek en vormentaal. In de loop van vele jaren hebben de drie kunstenaars elk hun eigen opvattingen over beeldkracht en bijbehorende artistieke werkwijzen ontwikkeld. De drie persoonlijke stijlen blijken zo origineel te zijn dat er zeker geen gevaar voor verwarring tussen hen bestaat. Het is des te verbazingwekkender om te zien hoe goed deze drie kunstenaars toch samenwerken in de tentoonstelling “Presently”, hoe perfect zij elkaar aanvullen en bevestigen. De redenen hiervoor zijn velerlei; de meest opvallende, onmiddellijk in het oog springende oorzaak is zeker het feit dat alle drie de kunstenaars de voorkeur geven aan beeldende oplossingen van grote complexiteit. Wie zich verdiept in de (al dan niet ogenschijnlijk) vierkante beeldvelden van Sarah Walker komt onvermijdelijk terecht in een hypnotiserende maalstroom als gevolg van de overvloed aan vormen en kleuren, kleinschalige structuren, tegenstrijdige suggesties van ruimtelijkheid, van symmetrieën en symmetriebreuken. Dit daagt niet alleen het gezichtsvermogen van de kijker tot het uiterste uit, maar ook zijn vermogen tot associëren en zijn verbeeldingskracht. In Nelleke Beltjens’ nieuwe serie “Suns and Moons of All Times” worden de cirkelvormige, met waterverf gekleurde kleurvlakken, die als hemellichamen gewichtloos in de witte (imaginaire) ruimte van de schilderijen zweven, geflankeerd of zelfs doorkruist door ontelbare inkt pen streepjes die staccato-achtig op een rij staan. Bovendien zijn er talloze uitsnijdingen die de aandachtige toeschouwer laten weten dat een veelheid van fragmenten uit het papier is gesneden en verplaatst. In feite draagt elk van de vijf werken van de serie elementen van de andere vier in zich, die onderling zijn uitgewisseld in een ingewikkeld proces van metabolisme. Ook de werken van Thomas Kemper blijken visueel uiterst ingewikkeld te zijn. Opvallend is vooral de voortdurende ritmische afwisseling tussen monochrome vlakken en versneden delen die openheid, dynamiek en ruimtelijkheid suggereren. Met hun contrasten en het spel van continuïteit en discontinuïteit van kleuren en vormen creëren ze een wat verwarrende beeldende ruimtelijkheid die heen en weer springt en de blik van de toeschouwer in een eindeloze beweging brengt. Zijn werken, die gemaakt zijn met olieverf en alkyd en waarbij ook sprake is van versnijding en recompositie, staan als het ware als een intermediair tussen de schilderkunst van Sarah Walker en de tekeningen van Nelleke Beltjens.
Wat de werken van de drie kunstenaars misschien nog meer met elkaar verbindt dan hun neiging tot complexe beeldordeningen is hun procesmatige manier van werken. Zij werken allen niet volgens vooraf bedachte plannen of vooropgezette ideeën, maar geven zich over aan een langdurig proces met een open uitkomst. Deze houding is enigszins vergelijkbaar met een schaakspel: elke beslissing, elke verandering in het beeld wijzigt het geheel en maakt een andere “zet” nodig die adequaat reageert – en dat telkens weer opnieuw. Aangezien de beslissingen gewoonlijk onomkeerbaar zijn, vereist dit omzichtigheid, nauwkeurige observatie van de gegeven toestand en een hoge mate van intuïtie. Op die manier ontwikkelt een werk zich stap voor stap, verrijkt het zich met complexiteit en dus met besluitvormingsmogelijkheden, totdat op een bepaald moment een toestand van realisatie wordt bereikt die stringent blijkt te zijn en waarin verder werken geen toename of verbetering meer belooft. Deze manier van werken is op zijn minst gedeeltelijk te begrijpen voor de oplettende toeschouwer. Men kan heel duidelijk zien hoe Sarah Walker’s schilderijen zijn opgebouwd uit vele lagen, hoe zij bepaalde delen heeft laten staan, maar andere heeft overschilderd, zodat zich een uitbundige, constructief-destructieve ruimtelijke structuur heeft opgebouwd. In het geval van Nelleke Beltjens zijn het vooral de uitsnijdingen en verplaatsingen die, als je ze eenmaal hebt opgemerkt, een indruk geven van haar langdurige, nauwgezette werkwijze van constructie en dislocatie. Opvallend in het werk van Thomas Kemper is de uiterst precieze rangschikking van de versneden fragmenten waaruit zijn onregelmatige werken zijn opgebouwd, die in alle richtingen tegelijk oprukken en het traditionele rechthoekige beeldformaat overstijgen.
De procesmatige werkwijze van de drie kunstenaars suggereert ook iets als een werkethiek. Want wie zijn beelden ontwikkelt in een uitgebreid, ingewikkeld proces, geleid door wat Wassily Kandinsky ooit treffend omschreef als “innerlijke noodzaak”, moet zowel verantwoordelijkheid nemen voor zijn werk – de individuele “trekken” kunnen niet worden teruggenomen, er is hier praktisch geen correctie mogelijk – als vertrouwen hebben. Wat hier bedoeld wordt, is het vertrouwen dat de vele beslissingen, die elk op zich noodzakelijk zijn, uiteindelijk zullen resulteren in een samenhangend, deugdelijk werk, ook al is er geen enkele mogelijkheid om het eindresultaat op enigerlei wijze te voorzien. Op dit punt wordt de titel “Presently” (Nu, Heden) begrijpelijk: in elk huidig moment moeten beslissingen worden genomen, moet de volgende stap worden gezet – tot uit de oneindige overvloed van mogelijkheden één realisatie is voortgekomen. In het respectieve moment van contemplatie komt dit proces dan opnieuw tot leven en wordt het geactualiseerd als een esthetische ervaring.
– Peter Lodermeyer –